Afbeelding

Vrouwlief in de val - Column Freddy Klooté

Column 1.398 keer gelezen

Afgelopen weekend was het weer druk, druk, druk in huize Klooté. De Vuelta voor dames liep op zijn eind en was keispannend, de Giro voor mannen was begonnen, de eredivisie voetbal zit in zijn beslissende fase en de grote concurrent van dit alles, de zon, doet eindelijk weer zijn intrede. Keuzes maken dus. En dat valt niet mee als je de ochtend al verkloot door te lang in bed te blijven. Met thee en de krant. En de laptop en de tablet. De hele wereld binnen handbereik.

Zo vlug de magen gaan knorren van de honger is er plotseling beweging te krijgen bij het echtpaar waar ik toe behoor. Douchen, bed opmaken, ontbijt verzorgen en buiten verorberen. Nog even in de zon blijven hangen en dan begint de sportmarathon. Tussendoor nog wat eten als de maag daarom vraagt, weer heel even het zonnetje over de huid laten aaien en dan weer richting tv. 

Gaar van de sport breekt de avond aan. Nog twee voetbalwedstrijden te gaan. In de rust van de eerste wedstrijd gaat vrouwlief naar de keuken voor één van haar fameuze mocktails. Deze keer appel-peer-ananas, met een tikje gember en wat ijsblokjes. Ik kan snel nog even de kussens van de tuinstoelen halen. “Doe ik wel”, roept vrouwlief vanuit de keuken. En dan gebeurt het. Een plotseling lawaai vanuit de keuken. Nog nooit zo erg gehoord. Een doffe bons. Glasgerinkel. “Een auto die langs de zijkant ons huis binnen gereden is”, is mijn eerste gedachte. Ons huis staat ideaal voor elke chauffeur die de bocht vanaf de Koninginnedijk naar het Ravelijn mist. “Boem, voorruit in de keuken”, zag ik voor me. Vrouwlief in de buurt. Ik verstijfde en kon amper van mijn zitplaats van de dag afkomen. Mijn hart bonsde in mijn keel. Wat zou ik in de keuken aantreffen? Snel nog mijn mobieltje gepakt om 112 te bellen. Ambulance, politie, brandweer. Ik zag het al voor me. In de keuken aangekomen zag ik zitkussens van de tuinstoelen, serviesonderdelen in stukken en ergens daar tussenin lag vrouwlief Ria. Gelukkig nog met grijze krullen. Geen bloed te zien. Grote verschrikte ogen keken me aan. “Ik ben gevallen”, mompelde ze. “Help je me even?” 

De bergingswerkzaamheden konden beginnen. Dat was nog een fikse klus. Alles was in die ene seconde met elkaar verweven geraakt. Dus was voorzichtigheid was geboden. Het eerste zitkussen, zo’n onhandig lang ding dat over de hele stoel moet, was eraf gehaald. Vrouwlief strekte al één arm naar me uit. “Voorzichtig eerst de scherven nog. Waar heb je pijn?” ‘Kweet het niet”, steunde ze. Een steunende Ria is linke boel. Als Zeeuwse boerenmeid komt dat niet voor in haar vocabulaire. Zij worstelt en komt altijd boven. Zonder gesteun. Na een half uur vechten tegen de elementen, had ik vrouwlief uit haar gecompliceerde positie bevrijd. Wat bloed aan de linkerarm, en de eerste bloeduitstortingen begonnen op te leven. Haar rechterschouder leek onbruikbaar geworden. Arm in arm strompelden we naar haar fauteuil. Ze was wat dizzy. 112 was niet nodig. De worsteling was voorbij en langzaam kwam ze boven.

“De kussens zijn in ieder geval binnen”, probeerde ik de stemming wat op te vrolijken. Dat was een foute opmerking.

Freddy Klooté

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant