Afbeelding

Mister N.E.C. Sije Visser vertelt: de bal rolt weer

Nieuws 771 keer gelezen

GRAVE - Sije Visser, in 1950 in het Friese Menaldum geboren, weet waarover hij praat. Na vijftien seizoenen voetballen bij N.E.C. waarvan twaalf in de eredivisie, kun je de verdediger niets meer wijsmaken. Zo’n zevenhonderd wedstrijden speelde hij voor de Nijmeegse club, werd gekozen in Jong Oranje, viel als laatste af in de selectie van het Nederlands elftal dat in Argentinië zilver haalde.

Sije praat over de ups en downs die bij het leven van een topsporter horen. Natuurlijk staan we stil bij de door Covid-19 afgebroken Nederlandse competitie en de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. Dat N.E.C. daar uitgebreid in voorkomt is een vanzelfsprekendheid.

Van schoolvoetbal naar eredivisie
“Zoals iedere voetballer begin je op de lagere school. Ik weet nog goed dat ik met onze school in de finale van het kampioenschap van Nederland kwam. De tv was erbij en ik werd voor het eerst geïnterviewd. Ik voelde me geweldig, maar had nog een lange weg te gaan.” Sije lacht: “Bij het Schiedamse Hermes DVS startte ik mijn ‘echte voetballoopbaan’. Als semi-prof. Het was nog niet de wereld van rozengeur en maneschijn. In 1971 werd ik aan N.E.C. verkocht en werd het leven volledig anders. Ik was plotseling profvoetballer, trouwde met mijn jeugdliefde Ria en mijn reis door de voetbalwereld kon beginnen. Als kleine jongen, aan de hand van mijn vader, op weg naar het Feyenoordstadion, had ik ervan gedroomd: in zo’n groot stadion kunnen voetballen, dat zou het einde zijn.”
Sije lacht nog harder: “Weet je wie in mijn eerste competitiewedstrijd onze tegenstander was? Feyenoord. In de Kuip. Nou, mijn hart bonsde wel wat sneller dan normaal, toen ik in de spelerstunnel stond te wachten tot het grote luik zou opengaan. 45.000 toeschouwers waren gekomen om de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen bij te wonen. Het was geweldig en ik liep daar toch maar. Toen de scheidsrechter floot was het net als anders: voetballen. Op volle kracht de beuk erin.”

Lastige linksback
Het zou Sije’s handelsmerk worden. Hij speelde vijftien jaar lang voor N.E.C. dat zijn club zou worden. Met twee bekerfinales, drie degradaties. Maar met vooral lovende persberichten. In die tijd werden ook al cijfers uitgedeeld en een elftal van de week gepubliceerd. Sije Visser was een vaste klant in dat elftal en zijn cijfers waren hoog tot zeer hoog. Hij speelde onder veel bekende trainers: Wiel Coerver, Piet de Visser, Pim van de Meent, Hans Croon, Sander Popovics, Leen Looyen, etc. Op het veld keek hij recht in de ogen van de spelers van de toen fameuze Ajax-spelers zoals Cruijff, Keizer, Swart, Suurbier, Krol. Hij stopte Willem van Hanegem en zat Coen Moulijn dwars. Ook de volgende generatie van Gullit, Van Basten en Rijkaard moest aan zijn slidings geloven. Een lastige back was Sije, die je wel drie keer voorbij moest gaan, wilde je hem passeren.
Op zijn 36ste stopte hij. Twee gereserveerde zetels in de tribune met Sije Visser erop gegraveerd en een portret van hem in de eregalerij herinneren aan die blonde verdediger. Sije: “Het grootste eerbewijs dateert van enkele weken geleden. De bekende voorzitter Hans van Delft was ziek. Ernstig ziek. Toen ik hem belde om sterkte toe te wensen had hij een wel zeer bijzondere wens. Hij vroeg me of ik nog een shirtje had waarin ik vroeger nog had gespeeld. “Dat wil ik tijdens mijn begrafenis op mijn kist.”

Voetbal en corona
Door coronamaatregelen is de eredivisie na 25 speelrondes definitief stilgelegd. Sije: “Wellicht had het seizoen ook in Nederland uitgespeeld kunnen worden. Met de wetenschap van nu is het natuurlijk makkelijk praten. Dat er in andere landen wel is gespeeld heeft alleen met geld te maken. Denk maar aan de tv-gelden. Al met al toch verstandig dat men voorzichtig is geweest. De wedstrijden in die andere landen worden zonder publiek gespeeld. Maar dat vind ik niks. Als voetballer speel je voor je publiek. Of je nu toegejuicht of uitgefloten wordt. Het publiek maakt de sfeer.’

‘Veel jonge talenten’
De oefenwedstrijden zijn nu ook in Nederland voorzichtig gestart. ‘In september beginnen we weer voor ‘het echie’. Er ligt nog een periode van transfers voor ons, dus hoe het bovenaan in onze competitie gaat verlopen blijft nog even gissen. Bij N.E.C. hebben we veel jonge talenten, die vorig seizoen al hebben laten zien dat ze er bijna klaar voor zijn. Daarnaast is de routinier Edgar Barreto terug naar Nijmegen gekomen. Hij speelde al eerder bij N.E.C. Ik heb hem in 2004 samen met Leen Looyen in Chili opgehaald. Blij dat hij wat ervaring met de jonge talenten kan delen.’

Escharen
Het talent van het afgelopen jaar was Bart van Rooij uit Escharen. ‘Ik ben erg gecharmeerd van die jongen’, zegt Sije. ‘Hij heeft het geweldig gedaan afgelopen seizoen. Een goeie, felle, snelle verdediger. Hij moet opbouwend wat rustiger worden. Heeft een goede voorzet in de benen. Ik houd wel van dit type spelers. Een prognose voor komend seizoen? N.E.C. eindigt bij de eerste vijf. Zou een mooi cadeau zijn voor mijn 50-jarig leven bij deze prachtige club. Als speler en als bestuurslid.”

Afbeelding
Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant