Afbeelding

Verwende apen - Column Freddy Klooté

Nieuws 109 keer gelezen

“Verwende apen zijn we”, hoorde ik een mevrouw in de wachtkamer van het ziekenhuis zeggen. Door corona is het niet meer druk in die wachtzaaltjes, dus een beetje anonimiteit voor je gesprekken is er niet meer bij. De mevrouw in kwestie zag er overigens niet uit of anonimiteit haar iets kon schelen. “We leven hier al jaren in een paradijs. Dan komt er een besmettelijke ziekte en onze ware aard komt boven. Moeten we uit veiligheid een mondkapje voor. Lijkt mij logisch. Zit wel niet lekker en de helft van de tijd dat ik zo’n ding op heb zijn mijn brillenglazen beslagen. Maar ik doe het wel en voel me niet bedreigd in mijn vrijheid. En die prikken? Ik heb ze al allemaal gehad hoor. En met plezier.’

Heeft u ze ook al gehad?” vroeg ze aan haar buurman, die wat ongemakkelijk als luisterslachtoffer, op anderhalve meter van de praatgrage mevrouw zat. Hij keek me even aan en toen ik zei dat ik ook alle prikken al gehad had, ging ook hij los. En zo zaten we daar met zijn drieën. De hele maatschappij kwam voorbij. De wappies. Meneer: “Mijn buurman is een echte wappie. Gelooft niet in corona. Nou ik heb een volle neef die eraan gestorven is. Weet je wat die daarop zei? Nou, dan zal hij al wel wat anders onder de leden hebben gehad. Nou, die vent komt er bij mij niet meer in”.

Voorzichtig droeg ik mijn steentje bij: “Gelukkig zijn er heel veel mensen die wél de regeltjes opvolgen”. Ik weet het, het was niet een heel spectaculaire bijdrage, en er werd dan ook achteloos aan voorbij gegaan. De vrouw was duidelijk de gespreksleider: “Nou, als er bij mij in de familie iemand dood gaat aan corona en ik kom iemand tegen die zegt dat corona niet bestaat, dan sla ik hem net zo lang tegen zijn harses tot hij op zijn knieën zegt dat hij zich laat vaccineren”. Ze zei het met stemverheffing en een verpleegster stak even haar hoofd om de deur: “Nog even geduld hoor. De dokter is opgeroepen voor een spoedgeval”. De vrouw keek alsof ze door de bliksem getroffen werd. Toen de verpleegster vertrokken was barstte ze weer los: “Godverdegodver. Zit ik hier al een half uur te wachten en we zijn voorlopig nog niet aan de beurt. Lekker geregeld allemaal. Kijk, daar heb ik nou zo de schurft aan. Tijd is tijd zeg ik altijd”.

Ze keek de man en mij vragend aan. Wachtend op bijval. “Ach, ik heb verder niets te doen”, zei de man. “Misschien moet de dokter wel een leven redden”, antwoordde ik, niet heel overtuigend. “Het stikt hier van de dokters”, riep de vrouw, “en uitgerekend de mijne moet zo nodig weg. Weet je wat het zijn? Verwende apen”.

Freddy Klooté

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant