Afbeelding

Ze lagen in de kamer en ze lagen in de keuken en overal lagen er peuken! - Column Jan van As

Column 1.518 keer gelezen

Als ik een idee voor stukskes als deze krijg, dan test ik het verhaaltje eerst even uit bij vrienden, familie of collega’s. Aan hun reacties zie ik dan wel of het een leuk onderwerp is. Deze week ga ik het hebben over de irritante peuken die overal liggen. Ik vertelde in dit geval een collega-muziekmaker dit verhaal en ik informeerde of hij en de andere mensen die aan tafel zaten Lennart Landman nog kenden. Echt wel! Er ontstond al vlug een koortje met het refrein van Overal lagen peuken en iemand wist te vertellen dat zijn echte naam Leo van Zijl is en hij uit Nistelrode komt.

Na het einde van de DTV-BBQ toog iedereen huiswaarts en daar aangekomen pingelde WhatsApp. Collega Paul wist te vertellen dat Leo (Lennart Landman) net was overleden en dat-ie overmorgen (9 september) een afscheid kreeg om 15 uur. Opeens herinnerde ik mij dat krantenartikel in BD waar hij vertelde dat hij al zijn spullen moest verkopen omdat hij ziek was en niemand wilde opzadelen met de kosten van zijn uitvaart. Wat ‘n kanjer! En om in de woorden van de collega-muziekmaker te blijven: “Sterk hè”. Dit stukske is nu dus actueler dan ooit tevoren.

Jaren geleden (1991) was er een joekel van een carnavalslied en dat kwam gewoon hier uit de buurt. Ze lagen in de kamer en ze lagen in de keuken en overal lagen er peuken. De zanger was Lennard Landman. We hebben er 4 dagen heerlijk op gehost. Lennart was duidelijk in zijn sas met zijn hit, maar een opvolger is er - bij mijn weten - nooit van gekomen. Ik kan me nog wel herinneren dat een bevriende producer zei dat een carnavalslied zo moest klinken. Jat ‘n stuk uit een opera en zet er een dikke blazer bij, beter goed gestolen dan slecht zelf gemaakt!

Dus toen bleek ook al de overlast die peuken geven. Vooral sigarenpeuken zijn behoorlijke proppen om op te ruimen en als ze nat zijn is het helemaal niet leuk. Mijn moeder was de jongste dochter van een ondernemende vader die brandstoffen verkocht, maar ook nog boerde en een café had. Tja, je moest iets om de kost te verdienen voor 10 kinderen. In dat café werd uiteraard flink gerookt en… gepruimd. Er was speciale pruimtabak en daar kauwden mannen op om een nicotineshot te krijgen. Door dat kauwen kregen ze veel speeksel. Als ze op straat liepen spiertsten (spuugden) ze dat gewoon op de grond en in sommige cafés mochten ze dat ook, maar niet bij ons opoe. Naast de kachel stond een ‘kwispeldoor’, dat was meestal een soort van koffiepot met ‘n deksel aan een touwtje of (zoals bij opa) een kistje van ‘t formaat van een printer(?) Het was aan de binnenkant met teer of zo waterdicht gemaakt. Als de mannen rond de kachel zaten en ze moesten spiertsen, dan stonden ze op en mikten die flos in het bakje. Dat lukte meestal, soms niet. Als de mannen met een stuk in hun kraag huiswaarts keerden, dan moest een van de 10 kinderen die ‘spiertsbak’ gaan spoelen bij de pomp, dat was een baantje op toerbeurt. Vervolgens moest het hele café uitgebreid onderzocht worden op achtergebleven peuken, want ook toen keken die mannen nergens naar.

Dat laatste herken ik uiteraard uit mijn horecacarrière. Voordat wij naar bed gingen werd alles nauwkeurig gecontroleerd, helaas waren er nog steeds klanten die peuken gewoon wegschoten. Onze nieuwe parketvloer was binnen een paar weken helemaal bedekt met schroeigaten en dat waren allemaal potentiële brandstichters. Regelmatig brandden er cafés af. Terug naar de tabaksoverlast, bij het bankje waar wij regelmatig uitrusten, ligt het bezaaid met peuken. Dus op een dag besloot ik om er niet over te zeiken - ik heb zelf ook ooit gerookt - maar de peuken even op te ruimen. Dus ik op de knieën en die dingen opgeraapt. Volgens mij zijn die filters tegenwoordig veel harder dan vroeger. Twee handen vol… en toen? Er staat geen afvalbak, dus meenemen, maar hoe dan? Mijn handen moeten leeg om spullen mee te nemen. Ik heb die peuken toen in een doekje geknoopt en was behoorlijk chagrijnig. Toen ik na ‘n paar dagen weer daar kwam, lagen er weer peuken en theezakjes en appelsappakjes en… En toen was ik pissig. Misschien moeten wij uit eerbetoon aan Lennart de lekst van zijn liedje een beetje aanpassen aan nu, en dan opnieuw uitbrengen. Want overal liggen nog steeds heel veel peuken!

Oh ja, en dat kwispeldoorkistje heb ik geërfd en is bij ons te bezichtigen.

Jan van As

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant