Afbeelding

Het kalf en de put - Column Freddy Klooté

Column 944 keer gelezen

Een ontroerend verhaal afgelopen zaterdag in De Gelderlander over de 90-jarige Jos de Boet uit Oude-Tonge, een dorp op Goeree-Overflakkee. Elk jaar rond eind januari/begin februari komen weer herinneringen boven bij de steeds kleiner wordende groep overlevers van de Watersnoodramp die Zuid-West-Nederland in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 trof. Jos de Boet was toen 20. “Zat in dienst”. Was dat weekend vrij, maar viel in voor een vriend die naar een feestje moest. Hij reisde 31 januari per pont, tram en trein van het eiland naar Den Helder. Zijn ouders en negen broers en zussen bleven achter op de boerderij.

In de nacht die volgde brak de storm los, tegelijk met het springtij. De kracht van het water was niet meer te houden. Alsof er geen dijken bestonden nam het water de regie over van het machteloze land. De gevolgen waren verschrikkelijk. 1836 mensen verdronken, net als tienduizenden dieren. De schade aan infrastructuur en landbouwgrond was enorm. Jos de Boet raakte in deze nacht zijn ouders en negen broers en zusjes kwijt. Van zijn grootmoeder hoorde hij 14 dagen later dat ze allemaal in hun pyjama dood waren gevonden. Kansloos, net zoals de slecht onderhouden en zwakke dijken kansloos waren tegen dit kolkende water. Jos de Boet telt 40 familieleden op het kerkhof van Oude-Tonge. Totaal liggen er 305 slachtoffers van de ramp begraven. Met vrachtwagens zijn de slachtoffers hier naar toe gebracht.
Niet lang daarna begonnen eerst de herstelwerkzaamheden en werden plannen gemaakt om de dijken en de infrastructuur dermate te versterken, dat een herhaling niet meer zou kunnen voorkomen. Een typisch gevalletje van “als het kalf verdronken is, dempt men de put”.

Deze ramp van nu 70 jaar geleden heeft ertoe geleid dat Zeeuwen, Zuidelijk Zuid-Holland en West-Brabant voorlopig op één oor kunnen slapen. Voorlopig, want in de verwarrende brij van veronderstellingen, metingen, ontkenningen, zekerheden, twijfelaars, voorvechters, wetenschap, demonstraties, zit ook een waarschuwende vinger. Als de zeespiegel inderdaad stijgt volgens het ernstigste scenario, dan mogen we ons nu al achter de oren gaan krabben. Dan zou het wel eens verder kunnen stromen dan alleen maar “wat eilanden in het zuiden”.

Ik vraag me in alle ernst af, wanneer er eens een eensluidend, door een grote meerderheid ondersteund plan komt, waarin duidelijk is omschreven wat er precies gebeurt als we bepaalde dingen niet snel voor elkaar krijgen. Zolang we nog overal ruzie maken over koeien, koffie, luchthavens, schoorstenen, bouwplannen, te veel of te weinig water, stikstofgezeik in plaats van vastgestelde waarden die voor de hele wereld gelden (…..), zie ik in de verte al een kalf aankomen.

Freddy Klooté

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant